Informasie oor die woord crimineel (Nederlands → Esperanto: krimulo)

Sinonieme: booswicht, misdadiger, schobbejak, snoodaard

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/krimiˈnel/
Afbrekingcri·mi·neel
Meervoudcriminelen

Voorbeelde van gebruik

En dus wordt er deze weken keihard opgetreden tegen criminelen.
De apparaatjes brachten de criminelen ongeveer 500 euro per stuk op.
Crimineel Sam Klepper zat volgens Willem Holleeder achter de ontvoering van zijn broer Gerard in 1999.

Vertalinge

Afrikaansmisdadiger
DuitsBösewicht; Verbrecher
Engelscriminal
Engels (Ou Engels)scaþa
Esperantokrimulo
Maleispenjahat
Papiamentskriminal
Portugeescriminoso
SaterfriesFerbreeker
Sweedsbrottsling; förbrytare; ogärningsman
Wes‐Friesmisdiediger