Informasie oor die woord betamen (Nederlands → Esperanto: konveni)

Sinonieme: conveniëren, gelegen komen, passen, schikken, uitkomen, voegen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈtamə(n)/
Afbrekingbe·ta·men

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(hij) betaamt(hij) betaamde
(zij) betamen(zij) betaamden
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat hij) betame(dat hij) betaamde
(dat zij) betamen(dat zij) betaamden
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
betamend, betamende(hebben) betaamd

Vertalinge

Afrikaanspas
Duitsbehagen; fügen; ziemen; geziemen; angebracht sein; am Platze sein; passen; angemessen sein; passend sein; zusagen; sich gehören; sich schicken; sich gebühren
Engelsbe appropriate; be suitable; suit; comply; fit
Esperantokonveni
Faroëeshóska; søma
Finssopia
Fransconvenir
Katalaansconvenir
Portugeesconvir; ser apropriado; ser conveniente
Saterfriesföigje; gelain kuume; paasje
Spaansconvenir; ser conveniente
Wes‐Friespasse