Informasie oor die woord afgelopen (Nederlands → Esperanto: pasinta)

Sinonieme: laatstleden, verleden, verschenen, vervlogen, voorbij, over, achter de rug

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/ˈɑfxəlopə(n)/
Afbrekingaf·ge·lo·pen

Voorbeelde van gebruik

Ik vroeg me alleen af of je afgelopen donderdag Dave nog hebt gezien.
De nacht is bijna afgelopen.
De afgelopen week was Moskou drie keer doelwit van droneaanvallen.
Afgelopen maandag kondigde Duitsland al soortgelijke bezuinigingsmaatregelen aan.
De afgelopen jaren hebben islamitische extremisten regelmatig aanslagen gepleegd in het land.
Door gezondheidsproblemen heeft ze de afgelopen vijftien jaar niet meer kunnen werken.
In Croydon zijn de afgelopen nacht winkels geplunderd en in brand gestoken.

Vertalinge

Afrikaansafgelope; verlede
Deensforbigangen
Duitsvorig; vergangen
Engelspast; over
Esperantopasinta
Faroëesfarin; liðin; seinastur
Franspassé
Italiaanspassato
Papiamentspasá
Portugeespassado
Saterfriesfoarich
Spaanspasada
Sweedsförgången