Informatie over het woord Fußboden (Duits → Esperanto: planko)

Synoniemen: Boden, Diele, Dielung

Uitspraak	/ˈfuːsboːdən/
Woordsoort	zelfstandig naamwoord
Geslacht	manlijk

Verbuiging

	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	Fußboden	Fußböden
Genitief	Fußbodens	Fußböden
Datief	Fußboden	Fußböden
Accusatief	Fußboden	Fußböden

Voorbeelden van gebruik

Er schlug den dicken Teppich zurück, kniete sich auf den blanken Fußboden und wischte mit seinem seidenen Taschentuch die blauen Kreidezeichen fort.

Vertalingen

Afrikaans	vloer
Albanees	dysheme
Catalaans	sòl; trespol
Deens	gulv
Engels	floor
Engels (Oudengels)	flor
Esperanto	planko
Faeröers	gólv
Fins	lattia
Frans	plancher
Grieks	πάτωμα
Hongaars	padló; emelet
IJslands	gólf
Italiaans	pavimento
Jamaicaans Creools	grong
Maleis	lantai
Nederlands	vloer
Noors	gulv
Papiaments	suela
Pools	podłoga
Portugees	assoalho; pavimento; soalho
Saterfries	Boudem; Floor; Foutbeen
Schots	fluir
Schots-Gaelisch	làr; ùrlar
Spaans	piso; suelo
Thais	พื้น
Tsjechisch	patro; podlaha
Wels	llawr
Westerlauwers Fries	flier
Zweeds	golv; tilja