Informatie over het woord tirsdag (Deens → Esperanto: mardo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtgemeenschappelijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
 OnbepaaldBepaaldOnbepaaldBepaald
Nominatieftirsdagtirsdagentirsdagetirsdagene
Genitieftirsdagstirsdagenstirsdagestirsdagenes

Voorbeelden van gebruik

Der forventes dom senere tirsdag.

Vertalingen

AfrikaansDinsdag
Albaneesmartë
Catalaansdimarts
DuitsDienstag
EngelsTuesday
Esperantomardo
Faeröerstýsdagur
Finstiistai
Fransmardi
GrieksΤρίτη
Hongaarskedd
IJslandsþriðjudagur
Italiaansmartedì
Jamaicaans CreoolsTyuuzde
MaleisSelasa
Nederduitsdingsdag; dinsdag; dinksdag
Nederlandsdinsdag
Noorstirsdag
Papiamentsdjamars
Poolswtorek
Portugeesterça‐feira
SaterfriesTäisdai
SchotsTysday
Schots-GaelischDi‐màirt
Spaansmartes
SwahiliJumanne
Thaisวันอังคาร; อังคาร
Tsjechischúterý
Turkssalı
Welsdydd Mawrth
Westerlauwers Friestiisdei
Zweedstisdag